DATENBANK

Catharina Horstmans, Witwe von Adolf Merckelbach, forder von der "bank van Epen" die Beschlagnahme der Güter ihres Schwagers Leonard Merckelbach wegen einer Forderung über 123 Gulden.

1680, den 14. März Voor de hoofdbank Mechelen compareerden Catharina Hortsmans, weduwe van Adolf Merckelbach met haar zoon Jan, Wijnand Knops gehuwd met haar dochter Margaretha, en haar dochter Anna en verklaarden verkocht te hebben aan Mathijs de la Haye, schepen van de hoofdbank, een stuk bosland gelegen bij de „Cleijne Cuyl“ voor 60 Aker daalders. Mechelen 1074, 18/19.

1688, den 19. Dezember In afwezigheid van de schout verschijnen voor de schepenen van Epen Catharina Horstmans en haar twee zonen namelijk “Herre Stefanus in ordens sijnde van t’ Heylich Crutz” (klooster van Hoog-Cruts bij Slenaken) en haar zoon Jan Merckelbach, en verklaren dat Jan Nicolaas Geigh hun 100 pattacons heeft toegewezen welke bestemd zijn voor de prior van Hoog-Cruts ter voldoening van hetgene heer Steffanus bij “sijn incomste” heeft moeten beloven. Van dit bedrag gebruikte Catharina echter eerst 12 pattacons voor het betalen van haar jaarlijks aandeel in de zes erfgoudguldens die de gezamelijke erfgenamen van wijlen schout Steven Merckelbach schuldig waren aan de erfgenamen van wijlen Michiel Clevenerd uit Aken. Als zekerheid van de verschuldigde 100 pattacons stellen bovengenoemde als onderpand 2 stukken land, totaal groot 3½ morgen. Bij wijze van betaling van interest zal Jan Nicolaas Geigh deze landerijen gedurende minstens 3 jaren kunnen gebruiken. Indien op het einde van deze periode het kapitaal niet terugbetaald wordt, gaat een nieuwe termijn van drie jaren in en zo verder totdat restitutie heeft plaats gevonden. Epen, 321, 82/83.