No 39
In het jaar duizend acht honderd een en twintig, den veertende dag der maand Mey ten neyen uren von middag voor ons johannes henricus Eijckholt Burgermeester, ambtenaar van den burgelijken stand der stad Maeseyck, provincie Limburg, geassisteert van henricus jacobus van der Donck Stadsecretaris, zijn verschenen paumen lambert nabaar van de overledene oud vijfenfijftig jaren, van beroep ackerman woonagtig te maeseyck en driesen anton nabaar van de overledene oud vijftig jaren, van beroep rentenier wonnagtig te maeseyck de welke hebben verklaard, dat op den dertiende der maand mey s'avonds ten tien uren Charlier marie josepha vijfentagentig jaaren oud, gepensionierte Religieuse, gebortig van Aken groothertogdom nederrhien en woonende te maeseyck, dogter van wijler nicolaas Charlier en van wijler catharin herogh is overleden in het huis gelegen binnen de stadt in het Munnikenstraat en hebben de comparanten deze tegenwoordige akte met ons na voorlezing geteekend